top of page

Great Ocean Road en (we are) the Grampians

  • Arjan
  • 28 feb 2018
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 1 dec 2020


Mocht je van kustwegen houden dan kun je in Australiƫ zeker niet om de Great Ocean Road heen. Wij volgden de route vanaf Melbourne waar we onze Mitsubishi Outlander hadden opgepikt en de wagen hadden volgeladen bij Woolworths. Eerst kom je langs Geelong en Torquay waarna je vervolgens officieel bij Bellbrae op de B100 komt. Deze weg is genaamd de Great Ocean Road. Het is een 243 km lange weg. In 1919 werd de aanleg begonnen door soldaten die van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) terugkwamen. Ze bouwden eraan tot aan 1932. De Great Ocean Road werd gewijd aan de slachtoffers van de oorlog en is dientengevolge het grootste oorlogsmonument voor slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog. De weg slingert prachtig langs de oceaan en onderweg zijn er talloze prachtige uitzichtpunten. Je passeert heuse regenwouden, prachtige stranden met vele surfers en steile kliffen van zand- en leisteen. Wij stapten af en toe uit voor de uitzichten, maar natuurlijk ook om de vele vogels (zoals de Pennantrosella, de Port-lincolnparkiet en de groet geelkuifkaketoe) goed te kunnen bekijken.

Vlakbij Bill Hill vonden we onze eerste camping tussen de eucalyptusbomen en raakten aan de praat met de Aussie-familie naast ons. Het gezin met twee tienerkinderen was typisch Australisch: ze hielden van kamperen, sport en veel drinken. Na de nodige consumpties merkten we eigenlijk niet eens hoe bitterkoud was geworden in de nacht. Eenmaal in de tent kwamen we erachter dat het ook midden in de zomer in Australiƫ steenkoud kan worden. We sliepen met onze kleren aan, want de temperatuur was gedaald tot tegen het vriespunt!

Gelukkig werd het snel warm in de ochtend en na het hartelijke afscheid van de familie reden we via het beroemde surfstadje Lorne door naar Great Otway National Park. Daar kregen we al snel de eerste koala in het vizier. Wat een prachtige beertjes zijn dat toch. Hoog in de eucalyptusboom keek het diertje traag om zich heen.

We reden door naar Bimbi Park. Het werd een lange rit op een bewolkte dag waarbij de jas zeker geen overbodige luxe was tijdens het uitstappen voor een foto. Bimbi Park campingsite was een waar paradijs voor fauna liefhebbers. We zagen twee koala’s op de lange oprijlaan naar de camping en eenmaal op het park vlogen de exotische vogels ons letterlijk om de oren. Het fototoestel en de verrekijker maakten overuren. Na een dagje kwamen we erachter dat er een koala vrijwel recht boven onze tent z’n vaste ruststekje had en dat een hele jonge koala zich had genesteld op een lage tak in de boom voor het keukenblok. Zo konden we bij het koken en afwassen de tiener in het oog houden.

Na twee dagen pakten we onze tent weer in en maakten we ons op voor het mooiste stuk van de route: die langs de 12 apostelen. Het was zonnig en warm die ochtend: de ideale omstandigheden om de rotsformaties te bekijken. De rotsen zijn van kalkzandsteen en steken vlak voor het zandstrand van het Port Campbell National Park op uit zee. In tegenstelling tot de naam zijn er minder dan 12 formaties. Onder invloed van de almaar beukende golven is op 3 juli 2005 een vijftig meter hoge rots uit deze rij ingestort. Sindsdien staan er nog acht rotsformaties overeind. Vanaf de parkeerplaats naar de rotsen is een looppad, waar je gewaarschuwd wordt voor slangen. Die zijn we gelukkig niet tegengekomen. Wel zagen we een Blauwtongskink (zie leuke feitjes hier) in de bosjes liggen en even verderop zowaar een heuse Australische mieregel.

Dit zeldzame diertje is ƩƩn van de twee zoogdieren ter wereld die eieren legt. Ook de welbekende vogelbekdier doet dat en ook dit dier komt alleen in Australiƫ voor. De egel was druk bezig een mierennest te plunderen en van de vermeende schuwheid van dit diertje was geen spoor te bekennen. De rotsformaties lagen er prachtig bij in de azuurblauwe zee. Ze hebben illustere namen als London Arch (voor het instorten was het the London Bridge), the Razorback en the Bakers Oven.

We reden die middag stevig door tot het einde van de Great Ocean Road in Warrnambool en dan noordwaarts naar Dunkeld. In de verte zagen we de contouren van de Grampians al opdoemen. Na een korte pitsstop in Dunkeld reden we het National Park the Grampians in. Het was einde middag dus de kans op overstekende wallaby’s was nu vrij groot. Het duurde niet lang voor er een kleine telg uit de kangoeroe familie voor onze auto de weg over rende. Het was goed uitkijken want later Wannon Crossing Campground volgden er nog een paar.

De camping was heerlijk in de middle of nowhere aan de rand van de Grampians en we genoten die avond van een magnifieke zonsondergang. De volgende ochtend kletsen we nog wat met een Engels gezin dat een tijd geleden naar Australiƫ was geƫmigreerd en die nu een jaar lang met hun kinderen kris kras met hun grote 4x4 met aanhanger door het land zouden gaan trekken. Wij hadden een mooie wandeling op het programma staan: de eerste na de twee Great Walks in Nieuw Zeeland. Het werd de Wonderland loop dat dwars door de Grand Canyon naar de Pinnacle Lookout voert. De Grand Canyon is een mini-versie van die in de USA, maar zeker erg mooi.

De Pinnacle lookout geeft je een fantastisch wijds uitzicht over het gehele park. In de middag bezochten we de Broken Falls lookout en de wonderschone MacKenzie’s Falls. Op de terugweg naar de auto zagen we een wallaby ons tegemoet hupsen. Dit was een behoorlijk tam en fotogeniek exemplaar met een prachtig vachtje.

Een mooi afscheid van de Grampians en de start van de driedaagse tocht door het beroemde Red Hot Center.

bottom of page