top of page

Tanjung Puting op Kalimantan: hypnotiserende schoonheid

  • Arjan
  • 5 nov 2017
  • 6 minuten om te lezen

Over 20 tot 30 jaar is de kans klein dat je nog een jungle expeditie op Kalimantan kan maken. De jungle die al gekapt is ten behoeve van de eindeloze palmolie plantages is onomkeerbaar beschadigd en zal niet meer terug groeien. Ook nu is er nog steeds sprake van het platbranden van jungle en het bejagen van de fauna waaronder de Orang-oetans, dus de seinen staan allemaal op rood als het gaat om de bestaande wildlife aldaar. Wij besloten om de wildlife te aanschouwen voordat het te laat is en boekten een boottocht van 4 dagen door natuurreservaat Tanjung Puting. We kwamen voor de bijzondere apen, vogels en zoutwaterkrokodillen. Speciaal kwamen we voor de Orang-Oetan die hier met hand en tand wordt beschermd. We kwamen op 31 oktober laat in de middag aan in Pangkalan Bun, waar we tussen de gesluierde vrouwen door onze bagage oppikten. In Kalimatan geldt in delen de sharia als officieel wetboek zo ook in de regio waar wij verbleven. Een taxi bracht ons naar het huis van Fardi de jonge eigenaar van Orangutan House Boat Tour, een organisatie met 6 boten (klotok’s). Hij had aangeboden om de eerste en laatste dag bij hem te overnachten en we mochten zelf bepalen wat we wilden betalen. De zaken gingen goed voor Fardi: het huis was groot en nieuw en had een prachtig interieur met houtsnijwerk van lokale artiesten.

We voelden ons direct thuis en genoten op het dakterras van de zonsondergang. De volgende ochtend bracht hij ons samen met zijn vrouw, zoontje en neef naar de haven van Kumai waar onze klotok lag. We werden daar verwelkomt door de bemanning met thee en koffie. De scheepsmaat en de kok stelden zich voor. Later voegde daar de kapitein zich aan toe en we waren gereed voor vertrek. De klotok was uitstekend onderhouden, zat goed in de verf en we werden kort over de boot geleid, zodat we konden zien waar ons voedsel werd bereid en waar de bemanning sliep en waar we zelf sliepen. Wat is nou eigenlijk een klotok? Het is een klein traditioneel Indonesisch vrachtbootje met twee verdiepingen met een hoge opbouw. Smal en hoog zo gezegd. De bovenverdieping was voor ons ingericht met een voordek met twee stoelen om uit te kunnen kijken, een eettafel erachter en op het achterdek een grote open slaapplek, waar ’s avonds een klamboe omheen werd gehangen.

Een hele romantische plek om vier dagen door de jungle te varen. Alsof we de hoofdrollen speelden in de African Queen. We wachten op het teken van de kapitein om te vertrekken. De windkracht was hierbij van belang, want de klotok, die is gebouwd om te varen op smalle en ondiepe wateren moest eerst door de grote wijde riviermond van de worden geloodst. Als er teveel wind is kan een klotok makkelijk kapseizen. In de grote riviermond was er de zijtak naar Het Tanjung Puting nationaal park, een kronkelige junglerivier. Op de tweesprong zagen we de eerste vogel: een Ooievaarsbekijsvogel. We konden het grote bord met de naam van het park zien staan en we kwamen nu in rustig water terecht.

We gingen er eens goed voor zitten met in de ene hand een verrekijker en in de andere hand een drankje. Wat we die 4 dagen te zien kregen aan variëteit in wildlife was overweldigend. Allereerst zagen we Java-apen, een schuwe mutslangoer en niet veel later ook een grote groep neusapen. We namen uitgebreid de tijd om de groep neusapen te bekijken en legden daarvoor de boot stil.

Maar het moment waar we naar uit hadden gekeken volgde direct nadat de boot weer verder voer. In de verte zagen we in een boomtop een groot donker oranje silhouet. Onmiskenbaar een Orang-Oetan. Het was een vrouwtje die in de namiddag hoog en droog een dutje probeerde te doen. Ze keek af en toe onze kant op en na 10 minuten vond ze het welletjes en daalde af naar de grond.

Onder de indruk voeren we verder en zagen gedurende de dag nog enkele Orang-Oetan in hun nest liggen. Ook bijzonder was het spotten van een Soenda-ooievaar. Hier zijn er nog een 200-tal van over en zijn dus ernstig bedreigd in hun voortbestaan. Verder zagen we vele neusapen en java-apen, grote leguanen, neushoornvogels en zwarte arenden.

In totaal hebben we 3 voederplekken voor Orang-Oetans bezocht, waaronder het wereldberoemde Camp Leakey. Initieel is Tanjung Puting in 1931 door de Nederlanders aangeduid als natuur reservaat. Maar echte wereldfaam kreeg het park dankzij Dr Biruté Galdikas, één van Leakey’s Angels (het trio van vrouwelijke primaatonderzoekers met Dian Fossey (chimpansees) en Jane Goodall (gorilla’s) die zijn getraind door Louis Leakey. Leakey noemde ze de Trimates. Galdikas is sinds 1971 werkzaam in Camp Leakey en heeft o.a. de ontdekking gedaan dat Orang-Oetans een 8 jaar geboortecyclus hebben. Dit maakt de soort kwetsbaar en bedreigd met uitsterven. De vrouw is oprichter van het OFI (Orangutan Foundation International) en met haar veldwerk en vele publicaties is ze wereld beroemd geworden . We hadden geluk dat ze ook tijdens ons bezoek aanwezig was. We konden zelfs even een praatje met haar aanknopen en ze bood ons daarbij een lekkere pisang goreng aan. Wat een eer!

Ze vroeg of er veel Orang-Oetans bij de voederplekken waren. Wij vertelden dat we aardig wat gezien hadden, waarop ze aangaf dat dat eigenlijk geen goed teken was. Er was blijkbaar te weinig fruit in hun leefgebied. Wetenschappelijk staat haar aanpak dan wel ter discussie, maar zij heeft persoonlijk ervoor gezorgd dat er aandacht is voor deze primaat en dat daarmee programma’s zijn gestart die het dier behoeden voor uitsterven. De ontmoeting was een van de hoogtepunten van ons bezoek. De uitstapjes naar de voederplekken waren memorabel. Bij de eerste plek waren we onderweg toen we een moeder en jong zagen. Zij liepen naar de voederplek en wij konden ze goed volgen over het pad. Het jong was speels, maar bleef dicht in de buurt van z’n moeder.

We bleven op zo’n 10 meter afstand en het was heel speciaal om op zo heel dichtbij in de jungle de twee apen te kunnen volgen. Op de voederplaats was het van belang om stil te zijn om de apen niet te verstoren. Er was een touw gespannen op zo’n 15 meter van het platform. Op twee voederplaatsen zagen we alfa-mannetjes.

Door hun imposante voorkomen boezemen ze veel ontzag in. Helemaal toen één mannetje richting publiek liep en daarna afboog en drie meter omhoog klom tussen twee relatief ijzerboompjes. Blijkbaar was hij was geïrriteerd en begon heftig te schudden aan de boompjes. Daarbij maakte hij waarschuwingsgeluiden. De gidsen schreeuwden naar het publiek om afstand te nemen en toen dat gebeurde werd de aap weer rustig en klom verder naar boven. De kracht waarmee hij de bomen krom trok was intimiderend. Deze bomen staan bekend vanwege hun enorm sterke stam. Onze gids gaf aan dat ze met gemak zo’n boom kunnen breken. We waren dus gewaarschuwd. Het was ook wel een klein beetje afzien tijdens het wachten bij de voederplekken. Het aantal muggen is enorm en de hitte is bijna ondragelijk.

Beelden van de voederplekken zijn ook geschoten. Bekijk de filmpjes hier en hier bekijken.

Eenmaal terug bij de boot was er de aangename verkoeling van de wind over de rivier. Zwemmen is uit den boze: de zoutwaterkrokodillen worden tot 6 meter lang hier en ook de foute gaviaal is geen kleine jongen. Af en toe vallen ook apen ten prooi aan deze reptielen, zelfs grote alfa-mannetjes. Recent was er nog een Engelse toerist verslonden, ook nooit terug gevonden. De laatste dag zagen we daadwerkelijk een gigantische zoutwaterkrokodil en konden het dier van zeker 5 meter groot een half uurtje met de boot volgen.

Er was ook een avondwandeling door de jungle waar we ook heel wat bijzonder nachtleven konden waarnemen: vleerhonden, boomkikkers en natuurlijk veel spinnen in allerlei soorten en maten.

Qua aapsoorten kunnen we met zekerheid zeggen dat we ze allemaal (5 soorten) hebben gehoord. We hebben namelijk 1 soort niet gezien, maar werden op een ochtend wakker van hun heel bijzondere roep/zang, die kilometers ver draagt. We hebben het over de Gibbon.

Onderweg kregen we de meest geweldige maaltijden op de boot geserveerd. Elke dag een uitbundig gevarieerd ontbijt, een warme lunch en een ongelofelijk heerlijk diner. Traditionele Indonesische smaken om van te watertanden. En dat vier dagen lang. We moesten ons telkens inhouden om niet teveel te eten.

Aangekomen op de laatste dag was er nog één vogel die we een aantal maal vluchtig hadden gezien, maar die steeds niet op de foto wilde. Laten we nou net nadat we de grote riviermonding weer waren in gevaren op precies dezelfde plek als op de heenweg een Ooievaarsbekijsvogel rustig op een tak zien zitten. Dit keer vloog de vogel niet weg en we konden hem prachtig naar vis zien duiken.

Daarmee was de cirkel rond en kwamen we terug in de haven van Kumai. De jungle tocht per boot in Tanjung Puting was van een hypnotiserende schoonheid.

bottom of page