top of page

Water en Wijn in Walla Walla

  • Andrea
  • 22 aug 2017
  • 6 minuten om te lezen

Van onze laatste Canadese dollars kochten we louter essentiële zaken, zoals benzine en bier, en wilden toen de grens bij Idaho overhoppen. Dat duurde iets langer, daar een boze douanier ons stevig aan de tand voelde. Of we ook wapens bij ons hadden, citrusvruchten of vlees?

Nou, we hebben natuurlijk berenspray bij ons, biechtten we op. Zelfs door zijn spiegelbril konden we zien dat de douanier niet onder de indruk was. En hamburgers. “Wat voor vlees”, blafte de douanier. “Hamburgers, en ook 2 worstjes”, herhaalden we nog maar eens, met het oog op volledige transparantie, maar dat was niet wat hij wilde horen. WAT VOOR VLEES, herhaalde hij nog eens, langzamer en luider nu, alsof we een hersenbeschadiging hadden. Om hem niet teleur te stellen, keken we hem glazig aan. VARKEN, KOE, SCHAAP… Oh, ja, eh, rundvlees hamburgers, ja. EN DE WORSTJES?? Em, Varken! gokten we. GEEN LAMSVLEES??? LAMSVLEES MAG DE VERENIGDE STATEN NIET IN! Daar waren we zeker van. Geen halal burgers in onze auto, of andere islamitische verstekelingen. EN CITRUSVRUCHTEN DAN? ZIJN ER SINAASAPPELS AAN BOORD??? Nee, we dachten van niet. WETEN JULLIE HET ZEKER??? Hij keek nu dreigend, en ik voorzag een scenario waarin de Baby Galactica van antenne tot ventieldopje doorzocht zou worden, op zoek naar verstekelde citroenen. Nou ja, ik kan natuurlijk wel even kijken achterin, want dan weten we het zeker, probeerde ik nog, maar dat was natuurlijk niet het goede antwoord. JULLIE ZIJN VERANTWOORDELIJK VOOR DE INHOUD VAN JE AUTO EN OM TE WETEN WAT DAAR IN ZIT EN ALS JULLIE DAT NIET WETEN EN IK STRAKS EEN CITRUSVRUCHT VIND KAN DAT JULLIE 15.000 DOLLAR KOSTEN. DUS. IK VRAAG HET NOG 1 KEER. H E B B E N J U L L I E C I T R U S V R U C H T E N B I J J E ? Hij had de achterklep al open, en nog net z’n wapen niet getrokken. Ineens schoot het me te binnen, dat er sinds Seattle een limoen onderin de koelbox zat, voor het geval we nog een fles rum tegen zouden komen. Een limoen! riep ik naar de achterklep, We hebben een limoen in de koelbox! Je wilt zo’n man toch geven wat hij wil. Hij snoof en rommelde wat in de koelbox. Uit onze achteruitkijkspiegel zagen we de limoen, ingedroogd tot een bruine pingpongbal, als trofee op de onderzoekstafel gedeponeerd. En een zak tomaten. Daarmee leek de kous af. Willen jullie een lijst mee, van dingen die jullie niet mee mogen nemen de Verenigde Staten, de volgende keer dat jullie over de grens komen? Oh ja, graag, zeiden we, alsof hij ons zojuist een winnend loterij lot aanbood. We wilden hem niet teleurstellen, nu we zo dicht bij de verlossing waren. Hij liep terug het kantoortje in en kwam met een a4tje aanzetten, waar in lettertype 10 een lijst van Verboden Vruchten op stond. Bij het overhandigen gaf hij ons nog een laatste advies, terwijl hij ons met minachting aankeek. "In tegenstelling tot jullie, in Europa (hij spuugde het woord bijna uit), hebben wij wél grenzen, en wij bewaken die grenzen ook." Hij keek ons aan, alsof hij applaus of schouderklopjes verwachtte. Tjee, bedankt, zeiden we dus maar, voordat we ons raampje dichtdeden en met een ouwe-oma tempo van het terrein afrolden. Uit onze achteruitkijkspiegel zagen we de tomaten nog liggen. Die had hij vast voor Hollandse Waterbommen aangezien, en als wapens in beslag genomen.

We waren in een vloek en een zucht door Idaho, en zetten koers voor het wijnland van Washington. We hadden in gedachten dat het groene, glooiende heuvels met wijnranken zouden zijn, maar we moesten eerst nog door de dorre oost-kant van de staat, met de meest beruchte gevangenissen van de staat. Een soort bio-industrie, maar dan anders. Met de herinnering aan onze douanier nog vers in het geheugen, konden we ons daar wel iets bij voorstellen. Walla-Walla was tot voor kort alleen bekend van zijn gevangenissen, maar sinds de wijn uit die regio het ook heel goed doet, is de staat aan een charme-offensief begonnen. En er waren ook zeker alleraardigste vista's. We reden van wijngaard naar wijngaard, verbaasden ons wel een beetje over het prijspijl, maar besloten dat we bespaarden op dure hotels, dus best een paar flessen mee konden nemen. Ruimte zat, in de Baby Galactica, tenslotte.

Van Walla-Walla was het maar een klein eindje naar het beste wijngebied van de streek: Red Mountain. We hadden ons goed voorbereid met een lijstje van de beste wijngaarden, en een optimale route om alles te kunnen zien en proeven. We begonnen met goede moed en broodnuchter bij Cooper Wine Company, waar we na anderhalf uur nog steeds in de tasting room zaten, iets minder nuchter nu. Onze nieuwe beste vriend Neil Cooper, Coop voor intimi, schonk z’n beste wijn, deelde z’n sterkste verhalen, en nodigde ons ruimhartig uit om onze tent tussen de wijnranken op te zetten. Ons lijstje met ‘beste wijngaarden in de buurt’ bekeek hij kritisch. Ja, daar kan je natuurlijk best heen, zei hij. Prima wijnmakers hoor. Maar deze zijn ook goed, en hij pende een nieuw lijstje voor ons neer, dat we die middag trouw afwerkten.

Aan het eind van de middag stonden we weer bij Coop op de stoep, waar we ons wel een beetje bezwaard voelden, maar hij had zo vriendelijk aangedrongen dat we toch maar op z’n uitnodiging in gingen. Bovendien had hij een aardige hond, en was het wel heel bijzonder om zo tussen de wijnranken te staan. Ah, daar zijn jullie, zij Coop vrolijk, terwijl hij wijn inschonk bij een handvol mensen in het proeflokaal. Dit zijn Jim en Linda, en hun dochter en haar man, ze zijn heel aardig, en we gaan vanavond allemaal bij Jim eten. Jullie gaan mee. Gezellig he! Ja, dat vonden we super gezellig. Jim was ook al zo’n gastvrije (aspirant) wijnmaker, en toen ze leerden dat we bij Coop in de tuin kampeerden, mochten we de volgende ochtend bij hen komen douchen. Het was allemaal een beetje bizar maar heel fijn en vertrouwd en gezellig, alsof we in een warm bad waren gevallen.

De volgende ochtend werden we wakker tussen de wijnranken, waar Coop al een dubbele barbecue-installatie ter grootte van twee oliedrums aan het opstoken was. Voor de zonsverduistering, legde hij uit. Er komen straks wat mensen langs, we drinken Mimosa’s en Bloody Mary’s, ik gooi wat vlees op de BBQ, en we kijken naar het spektakel, hartstikke gezellig. Jullie blijven toch wel he? Ja natuurlijk bleven we. Mimosa’s EN Bloody Mary’s. Tegen zoveel natuurgeweld konden wij niet op. En de zonsverduistering klonk ook aanlokkelijk.

Na de zonsverduistering had Coop het lumineuze idee om nog even een rondje wijngaarden te doen. In de hummer van de kinderen van Jim, mét kinderzitje. Gewapend met een verse bloody mary reden we met een enorm lawaai de heuvel op. Links en rechts graaiden we naar druiventrossen, en af en toe stopten we voor een foto. Dit was wel even een andere wijntour, dan de paardenkoetsjes bij de wijngebieden in Chili, of ons fietstochtje in Mendoza, Argentinië.

Het was een bont gezelschap bij Cooper, en stralend weer. Een van de gasten nodigde ons uit om die middag met z’n boot te gaan wake-borden op de Columbia rivier. We wisten niet wat wakeboarden was, maar waren scherp genoeg om de gouden regel te volgen: als iemand je uitnodigt op z’n boot, zeg je altijd JA. Met een paar flessen rosé uit het vat trokken we naar de rivier, waar de boot al klaar lag, met een buitenboordmotor die groot genoeg was voor de veerboot naar Schiermonnikoog. Tot onze verbazing werd een compartiment achterin de boot gevuld met water. Met de beste hits van Toto en Whitesnake op 10 scheurden we de rivier op, waar we een enorme golf veroorzaakten, omdat de boot zo diep in het water lag. We begonnen te begrijpen wat de bedoeling was. Coop had z’n kinderen meegenomen, die duidelijk al vaker hadden geoefend. Het is echt heel makkelijk, legden ze uit. Je gaat achter die boot hangen op je wake-board, alsof je gaat waterskiën, en zodra je op die golf staat, surf je eigenlijk als vanzelf. Het zag er heel makkelijk uit, inderdaad, toen Coop en z’n kids het deden. (Filmpjes van hun overtuigende performance hier en hier)

Toen waren wij aan de beurt. Het lukte mij in elk geval 1 keer om te blijven staan. Ik had natuurlijk ook al enorm veel ervaring als surfer, en had berekend dat de kans om op een rog te gaan staan hier minimaal zou zijn.

Arjan hapte liters water (filmpje), maar kreeg de slag niet te pakken, zelfs niet toen Coop besloot dat hij meer rosé moest drinken om de spieren wat losser te maken.

Je moet altijd op het hoogtepunt vertrekken bij een feestje, dus met enige tegenzin namen we afscheid van Coop, de wijnranken en wijn-hond Bud. Ter herinnering gaf hij ons een fles van z’n mooiste Carmenère, waar hij een afscheidskrabbel op zette. We beloofden daar onderweg foto’s van te maken, met de hashtag #Coopagraphy, zodat we konden bijdragen aan zijn groeiende schare fan-picks, die in het proeflokaal aan de muur hingen. Toen we drie dagen eerder daar binnen kwamen, dacht ik nog, dat die een beetje knullig gefotoshopt waren - een fles bij de Stonehenge en eentje met Machu Picchu als achtergrond, je kent het wel. Nu wist ik wel beter. Het waren allemaal fans van Cooper, die hun liefde voor de wijn en de wijnmaker, ver buiten de grenzen van de Red Mountains meenamen. Net als wij.

bottom of page