top of page

Whistler: fluitend de berg op

  • Arjan
  • 31 jul 2017
  • 6 minuten om te lezen

Op 29 juli werden we vroeg in de ochtend wakker in een totaal verouderde maar daarmee ook wel heel budget vriendelijk motel in Squamish. Eenmaal buiten keken we uit over de puntige bergen die buitengewoon mooi door de ochtendzon werden uitgelicht. Wat een prachtig begin van de dag! We reden naar de dichtstbijzijnde Save-On-Foods supermarkt en sloegen de nodige proviand in voor een tweedaagse bergwandeltocht rond Whistler (lees brood en mueslirepen met teveel suiker). In eerste instantie dachten we aan een eendaags tochtje van rond de 8 kilometer omhoog. Onze conditie was namelijk met al het lekkere eten en drinken in Alaska aardig achteruit gelopen en onze laatste bergwandeling was al even geleden (Vulkaan Acatenango). Bij het zoeken naar accommodatie in Whistler bleek echter dat alles, maar dan ook alles, volgeboekt was. De populaire Whistler Ironman was daar debet aan. Daarom hadden we bedacht dat we dan maar onze tent bovenop een berg gingen stallen voor die nacht. Logisch toch?

De weg van Squamish naar Whistler is heel spectaculair en voert langs wilde bergbeken, grote watervallen, spitsvormige bergen met de mooiste uitzichten. Dichter naar Whister toe zagen we veel deelnemers aan de Ironman die zich al fietsend aan het voorbereiden waren op de wedstrijd van de volgende dag. Eenmaal in Whistler aangekomen bleken alle parkeerplaatsen in het dorp propvol en zo werden wij naar een parkeerplek bergop verwezen. Gelukkig niet heel veel verder. De Baby Galactica (onze rental) werd gestald en we namen onze daypacks met tent en voedsel en daalden af terug naar het centrum. Een typisch wintersport plaatsje met veel Duits/Zwitserse stijl architectuur (waarom toch altijd?) en heel veel (berg)wandelaars, mountainbikers en dagjesmensen. We sloten aan in de rij naar de skilift en kochten ons ticket. De skilift voerde ons naar een tussenstation waar we overstapten op een stoeltjeslift. De techniek van het instappen in een stoeltjeslift moesten we even ophalen. De mutsen gingen op en op de top aangekomen genoten we van het uitzicht.

Daarna zochten we het juist wandelpad. We hadden gekozen voor de Musical Bumps/Singing Pass trail en dan verder naar Russet lake campground. Het pad bleek gewijzigd en we lieten ons in eerste instantie intimideren door een bordje met: ”path only for experienced hikers”. Er waren in eerste instantie geen wandelaars te bekennen die dezelfde snode plannen hadden. We zagen uiteindelijk een oudere wandelaar die terug was gekeerd. Zij klaagde dat het eerste stuk een moeilijk en stijl gravelstuk was in tegenstelling tot de originele route. Lelijk pad bovendien. Ze was snel afgehaakt en op haar schreden teruggekeerd. Daar hadden we dus niet veel aan. We twijfelden nu, maar we waren niet helemaal boven aangekomen om terug te keren. We hadden een tent, genoeg proviand, goede kleding, prima schoenen en heel veel zin om de wandeling te maken. Bovendien laten we ons toch niet weerhouden door wat letters op een bordje? We hadden vele hikes in Latijns-Amerika gemaakt en daar waren zulke bordjes non-existent. We moesten ook denken aan het "Keep Handrail" bordje bij elke trap in de VS en Canada. "Safety first" goed, bedoeld, maar soms ook een beetje overdreven. Het eerste stuk ging vrij stijl naar beneden en het gravelpad ging al gauw over in een prima begaanbaar pad van grote rotsblokken. Even later liep het pad voor lange tijd prettig vlak en aan weerszijden lagen prachtige alpenweiden die in volle bloei stonden: de kleurenpracht sprong je werkelijk tegemoet.

Daarna volgde een behoorlijk pittige klim van een paar kilometer omhoog naar Flute Summit. Zo af en toe kwamen we stukken sneeuw tegen, maar die stukken waren goed te doen. We zagen prachtige bergmeren liggen en de zon bleef uitbundig schijnen.

Na Flute Summit was het weer lekker afdalen met een volgend vlak stuk. Daarna was het een tijdje heuveltje op heuveltje af. Het was al redelijk laat in de middag toen we aan de voet van een volgende klim stonden. Dit bleek echt een behoorlijke killer te zijn. Dat kwam zeker ook doordat we ons niet hadden ingesteld op nog een lange steile klim. Er waren nu meerdere stukken met sneeuw die wat lastig bleken. . De sneeuw was zacht en er stroomden al kleine beekjes onderdoor. Het risico om dan een meter naar beneden in de sneeuw te zakken is dan aanwezig. Behoorlijk afgedraaid bereikten we de top. Met name de schouders waren behoorlijk pijnlijk. Toch teveel spullen meegenomen (camera, verrekijker, extra lens en statief). Een kleine afdaling door de sneeuw lag nu nog voor ons naar het kampeerterrein. Het was een koud stuk, want inmiddels was er een pak bewolking voor de zon geschoven en er woei een stevige wind. Vlak voor het kampeerterrein zagen we onze eerste marmot! Het wollige beestje dat zo leuk kan fluiten:. Daar waar Whistler naar vernoemd is. Het dier was veel groter dan ik me had voorgesteld: nog forser dan een Vlaamse Reus. Het dier was gewend aan wandelaars en bleef dichtbij op een rots zitten.

Het kampeerterrein bleek een stuk sneeuwvrij, maar wel heel open plek te zijn, gelegen aan een bergmeertje (Russett Lake). Er stonden wijdverspreid een vijftiental tenten en veel kampeerders hadden een muurtje van stenen voor hun tent gelegd om de koude harde wind te breken. We rustten kort uit op een steile heuvel (uit de wind natuurlijk) en hadden de handschoenen erbij aan getrokken. Na wat boterhammen met kaas gingen we de tent opzetten. Onze tent bleek prima bestand tegen de stormachtige wind en doodmoe vielen we in onze warme slaapzakken al snel in een diepe slaap.

De volgende dag begon heerlijk zonnig. Na wederom boterhammen met kaas verorberd te hebben, pakten we onze tent in. We hadden goed zicht op de gletsjer, die in de ochtendzon een stuk mooier was dan de dag ervoor. Eigenlijk was de gletsjer mij de dag ervoor door de vermoeidheid nauwelijks opgevallen. Het hele kampeerterrein lag er prachtig bij: wat is het dan toch een bijzonder leuke ervaring om met je tentje bovenop een berg te kamperen. De terugweg was een stuk minder pittig dan de heenweg. We zagen een stuk meer marmotten en eekhoorns. Misschien was het wel daarom...

Onderweg kwamen we een jonge vent uit Vancouver tegen, die ongeveer dezelfde wandeling liep. Nou ja liep, hij deed het rennend. Even in een middagje 20 kilometer bergop, bergaf rennen en dan weer met de bus terug. Wij liepen in totaal zo’n 25 kilometer. We raakten aan de praat, over de activiteiten rond Whistler. Over het leven in Canada en in Vancouver in het bijzonder. Hij bleek in de IT te werken en het gesprek werd zowaar een verkapt job interview. Het blijkt dat er in Canada een schreeuwend tekort bestaat aan technisch personeel. Zijn bedrijf zocht nog een datacenter architect. Of ik daar geen interesse in had… Na zijn verzoek tot sollicitatie vriendelijk afgewezen te hebben door te stellen dat onze reislust nog lang niet voorbij was, vervolgden wij onze bergwandeling. De eerste helft van de terugweg was hetzelfde als de heenweg, maar nu bogen we halverwege af en volgden het pad naar de Peak-2-Peak lift.

Deze beroemde skilift ligt tussen de twee hoogste bergtoppen bij Whistler in en de uitzichten zijn dan ook werkelijk adembenemend. Na de skilift stapten we weer over in een stoeltjeslift, die voerde langs de trainingscomplexen voor bobsleeën, rodelen en freestyle ski-jumping (in de zomer gebruiken ze hiervoor een zwembad als landingsplek). We zagen een paar potentiele olympisch kampioenen na een paar fraaie salto's met schroeven gedraaid te hebben met een grote plons in het bad neerkomen.

Moe maar voldaan keerden we terug in downtown Whistler en daar haalde Andrea de Baby Galactica op. We reden vervolgens naar onze camping en zagen onderweg de deelnemers van de Ironman strijden. Nu is een Ironman lopen een hele prestatie op zich. De prestatie is des te groter als je bedenkt dat het in Whistler (ruim) boven de 30 graden celsius was en tamelijk vochtig. We zagen dan ook vele deelnemers tijdens de afsluitende marathon er behoorlijk doorheen zitten. Die avond trakteerden we onszelf op een heerlijk diner in het beste steakhouse van het dorp. Ook daar zagen we wat Ironman deelnemers die reeds waren gefinisht Zij konden nauwelijks de trap opkomen. Dat plaatste onze vermoeidheid weer een beetje in perspectief. Whistler was kortom een geweldige ervaring. De lange bergwandelingen, het kamperen bovenop een berg, het genieten van de weidse uitzichten en de wilde dieren onderweg behoren tot de activiteiten die we het liefst doen op deze trip. We keken al verlangend uit naar de volgende tochten in Canada en de VS.

bottom of page