top of page

Icefields Parkway: 230 kilometer ultieme schoonheid

  • Arjan
  • 11 aug 2017
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 28 dec 2021


Icefields Parkway

Twee keer zijn we eroverheen gereden en we hopen er in de toekomst nog een paar maal overheen te mogen rijden: Alberta Highway 93, oftewel de Icefields Parkway. De eerste keer was van zuid naar noord, van Golden naar Jasper. Een route waarbij je eerst een stuk door Yoho National Park rijdt wat naadloos aansluit op Banff National Park.

De laatste is het oudste nationale park van Canada (1885) en Yoho werd een jaar later tot Nationaal Park verklaard. Vlak na vertrek uit Golden zagen we voor het eerst na een week weer een prachtig blauwe lucht en roken we geen brandlucht meer. Dat was wel een verademing. Het eerste meer dat we aandeden was een meer wat zijn naam volledig eer aan deed: Emerald Lake. Het grootste meer van Yoho is ijskoud en bloedmooi. We maakten een wandeling langs het meer en keerden onder de indruk weer terug.

Emerald Lake

Onze tweede stop was bij een Natural Bridge: niet spectaculair, wel heel aardig.

Daarna kwamen de Takakkaw Falls: een prachtige waterval gevoed door de Daly gletsjer en onderdeel van het Waputik Icefield. Leuk om onder de waterval te staan (filmpje). De nevel, die ontstaat als gevolg van het breken van de waterstroom halverwege de waterval, zorgt ervoor dat de temperatuur het laatste stukje van de wandeling behoorlijk omlaag gaat. Een paar graden boven nul, waar het de rest van de wandeling boven de 20 graden was.

Na de lunch bij de waterval vervolgden we de Parkway en maakten een stop-and-go bij Peyto Lake. We wilden zo halverwege de middag graag op tijd bij een camping aankomen dus bewaarden Bow Lake voor de dag erop en zetten onze tent op bij Waterfowl Lakes campground.

Een hele leuke camping met genoeg plek op de “overflow” (plek waar je kunt staan als alle reguliere plekken bezet zijn, altijd zonder stroom/water) ondanks het hoogseizoen. We wandelden in de namiddag naar Waterfowls Lake en genoten van het uitzicht. De nacht was koud, zo rond het vriespunt.

De volgende ochtend sprongen we al klappertandend vanuit onze slaapzakken snel in de auto en reden een stukje terug op de Parkway naar Bow Lake. Het was koud (3 graden celsius vertelde de Baby Galactica boordcomputer!), maar de zon scheen volop en bij het meer aangekomen was het aangenaam wandel weer. We liepen het steile pad van een kilometer omhoog en kwamen aan bij het uitzicht punt. Daar was het reeds spitsuur. Mensen verdrongen zich om een goede foto te maken. We wachten even af totdat een grote groep senioren het uitzichtpunt had verlaten en er weer voldoende ruimte was om van het uitzicht te kunnen genieten. Vervolgens liepen we door het naaldwoud naar een nog hoger gelegen uitzicht punt waar de vistas nog spectaculairder waren. Vele eekhoorns klommen over de rotsen en we spotten een groep luidruchtige Grijze Notenkrakers.

Bow Lake

We keerden terug naar de camping voor de lunch om daarna te wandelen naar het volgende meer: Chephren Lake. Ook alweer zo’n mooi meer en we zagen onze eerste sneewhoenders. Prachtige boskippen, die erom bekent staan pas te vluchten als beer/vos/mens op 1 meter is genaderd. Wonderlijk gedrag, maar blijkbaar effectief, want er lopen nog vele van deze mooie beestjes rond .

De laatste dag reden we naar Jasper. Vanaf de parkeerplaats van het Columbia Icefield Discovery Centre bewonderden we het Columbia Icefield, eigenlijk konden we alleen de uitloper de Athabasca gletsjer. ervan zien. Het gebied ligt op de grens van Banff National Park en Jasper National Park en is het grootste ijsveld van de Parkway. Het ligt precies op de Continental Divide (ook wel Great Divide of Continentale waterscheiding). Mount Columbia is onderdeel van het Columbia Icefield en is de hoogste berg van Alberta met z’n 3747 meter. Ben je daar ook weer van op de hoogte, mocht je er ooit een kwisvraag over mogen krijgen.

We reden verder en speurden de rivierbeddingen en bergkammen af naar beren, wapiti herten, boskariboes en ander groot wild. Helaas hebben we ze die dag niet op de Parkway kunnen ontwaren. Gelukkig wel op de terugweg direct nadat we Jasper hadden verlaten. Een grote groep van zo’n 10 wapiti herten stond pal aan de snelweg Ook zagen we sneeuwgeiten met hun prachtig dikke witte vacht en ietwat domme blikken.

De laatste watervallen die we aandeden waren de Athabasca Falls. Deze zijn niet bekend vanwege hun adembenemende hoogte (slechts 23 meter), maar wel om de grote hoeveelheid water die erdoorheen wordt geperst. Een hoop water met een hoop kabaal. dondert naar beneden. Een machtig mooi gezicht.

De pret was uit toen we weer terecht kwamen in de dichte rook van bosbranden net voor de Columbia Icefields. De wind was gedraaid en ons plan om die dag over diezelfde Columbia Icefields te lopen hebben we in de ijskast moeten zetten.

Onze tocht ging verder via Banff, waar we een snelle stop bij het befaamde Fairmont Chateau Lake Louise hadden ingepland. Bij het hotel stond een voorlichtingsstandje waar een enorme grizzlyberenvel overheen was gedrapeerd. We leerden van de aanwezige Slowaakse vrijwilligster dat grizzly’s in Alberta een overwegend vegetarisch menu hebben: bessen, gras, paddenstoelen, boombast, nootjes. De aanwezige vis is te klein om voedzaam te zijn (in tegenstelling tot de beren vlak aan de kust die zalm eten). Af en toe eten ze in het voorjaar als ze uit hun winterslaap zijn gekomen, marmot of hert. Ze jagen daar niet op, maar graven bevroren karkassen op uit de sneeuw. Deze karkassen zijn van dieren die zijn overvallen en omgekomen door lawines. Deze bruine beren zijn veel kleiner dan hun soortgenoten die leven aan de kust. Na nog een foto van het meer gemaakt te hebben besloten we dat het geen zin had om nog een wandeling te maken rond het beroemdste meer van Canada. De rook gooide roet in het eten.

We komen graag terug in Alberta om nog een keer de Icefields Parkway te rijden, (meer) bergwandelingen te maken rond Banff en Jasper en te struinen op de Columbia Icefields. Dit deel van Canada met z’n woeste natuur is gewoonweg te mooi om eenmalig bewonderd te worden.

bottom of page