Weer of geen weer - Welkom in Juneau
- Andrea
- 5 jul 2017
- 5 minuten om te lezen

Independence Day is misschien wel de belangrijkste feestdag in de USA, en het perfecte excuus voor buurt-barbecues, een optocht, en vuurwerk. Precies wat wij in Juneau zouden vinden. Dat het dagen achter elkaar regende, mocht de pret niet drukken. Ik probeerde het nog met een paraplu, wat me een afkeurende blik van Crispian opleverde. Paraplu’s zijn voor toeristen. Alaska Natives worden gewoon nat. Deal with it.
Om de feestelijkheden in te wijden, was er eerst een 3rd of July -pre-indepence day straat BBQ in de garage van Crispian’s ouders. Iedereen kwam opdraven met zelf gevangen zalm of een paar worsten voor de BBQ, en een sixpack bier. Er werd gezamenlijk gegeten, gekletst, gejubeld over hoe lang het wel niet geleden was dat mensen elkaar gezien hadden. Omdat Alaska zo afgelegen is, is onafhankelijkheidsdag vaak een reden om over te vliegen, als een soort familiereünie. Dat het pijpenstelen regende, maakte niemand wat uit.
We ruimden alle rommel op - etensresten trekken beren aan - en gingen daarna nog even de stad in voor een paar drankjes in Crispian’s stamkroeg. Toen we net na middernacht terugkwamen, zagen we de vuilnisbak op z’n kant liggen, met alle etensresten verspreid over de vloer. Hoe kon dat nou, het was toch een beer-bestendige sluiting op een beer-bestendige afvalbak? Ja, dat was het ook, maar die beer-bestendige sluiting bleek al even effectief als de kindersluiting op een potje multivitaminen. Deze kliko had dan wel een beren-sluiting, maar een beer gooit zo’n container gewoon om, en gaat met z’n dikke kont er boven op zitten, waardoor de deksel door de druk open knalt. De beren-bips-afdruk stond nog op de zijkant van de container. Sterker nog, beren-poot afdrukken stonden op de trap naar boven, richting de veranda waar onze tent stond. Weliswaar met een berenslot op het berenhek, maar hey, daar hadden we niet zoveel vertrouwen meer in. “Misschien is het verstandiger dat jullie binnen slapen”, opperde Crispian, en dat vonden we een prima idee. Het regende tenslotte ook al 4 dagen, en ondanks onze waterdichte tent, gaat de lol er dan wel een beetje af.
De volgende dag hadden we eerst een kans om iets van Juneau, en Crispian's roots te zien. Het meest indruk maakte zonder meer de gletsjer, net buiten de stad. Verder maakte Juneau door de regen een wat druilerige indruk, maar Crispian leek daar niet van onder de indruk. In Juneau valt gemiddeld bijna 1600 millimeter regen per jaar, dat is 2x zo veel als in Nederland, waar het *altijd* regent. Plus, er valt ook nog eens bijna 2,5 meter sneeuw. Ze zijn dus wel wat gewend.

Bij onze tweede stop wilden graag de migrerende zalm zien, maar eigenlijk is het nu het seizoen daar niet voor. Een paar verstokte zalmen deed toch een poging om de rivier op te zwemmen, wat bijzonder was om te zien. Ze flappen wat in het rond, en zwemmen steeds een stukje stroom opwaarts, om dan in het rivierbed een powernap te doen voor de volgende meter. Het kost zichtbaar energie. Een jonge Amerikaanse Zeearend deed daar z'n voordeel mee, en pakte de zalm zo uit de rivier, alsof het een lopend buffet was. Er stonden ook een paar vissers, die de ene na de andere zalm uit de rivier visten. Er was weinig sportiefs aan. Crispian haalde z'n neus op. "Deze zalm is niet goed. Hij heeft al kuit geschoten. Als ze de rivier op zwemmen, dan zijn ze aan het eind van hun levensloop en dan smaken ze niet meer. Alleen prutsers gaan er nu op vissen." En de Amerikaanse Zeearend dus, maar dat was nog een jonkie, die misschien niet beter wist.
Uit de regen deden we het nieuwe museum in aan, met een geweldige collectie 'Native Artifacts'. Er was een boei gemaakt van een zeehond, om aan je harpoen te binden, en een collectie zonnebrillen waar Tom Ford een puntje aan kon zuigen. Ook was er ruimte voor modernere kunst, met een duidelijke link naar het cultureel erfgoed.
En toen was het dan eindelijk zo ver; we trotseerden de regen en stonden keurig opgesteld langs de route van de parade, om te zien wat er zoal langs zou komen. Dat was, zoals ze zeggen, een bont gezelschap. Het is een beetje zoals een bloemencorso maar dan zonder bloemen. De Gay Pride Parade maar dan op het droge. En zonder gays. De kern van de optocht zijn de praalwagens van elke vereniging of belangengroep. Zo is er de visserij beroepsvereniging - nogal een big thing in Alaska - die rond rijdt met een wagen met plastic visjes enzo. De native tribes zitten in een traditionele kano op een trailer. De politie, brandweer en het rode kruis doen ook mee, maar die rijden gewoon “as-is” in hun normale outfit mee, stoer genoeg. Ook de lokale middenstand doet mee; bijna elke ondernemer heeft wel een auto met een aanhangwagen in de tocht. Dan zijn er nog een heel aantal vrijwilligers die naast de wagen lopen, en snoep en speeltjes uitdelen. Ik had nog nooit zo’n festijn meegemaakt, en vond het wel een mooi cultureel verschijnsel. Als je lullig wilt doen kan je het kneuterig noemen, en dat is het misschien ook wel, maar er is tegelijkertijd een enorm enthousiasme, zowel bij de deelnemers als bij de toeschouwers. Het hele stadje loopt uit; weer of geen weer, en iedereen staat ofwel langs de kant, ofwel op een wagen. Zelfs als buitenstaander zie je de saamhorigheid en verbondenheid, en dat is mooi.
Na de parade was er natuurlijk weer een BBQ, dit keer bij de zus van de man van de zus van Crispian. Wederom reuze gezellig, iedereen neemt iets mee om te eten en te drinken, en het smaakt allemaal even goed. Speciale vermelding voor de zalm, zelf gevangen natuurlijk, in al zijn verschijningsvormen: gerookt, gepocheerd, steaks van de bbq, en natuurlijk zalm eitjes die zijn ingelegd op zout. Bedankt, Alaska, om nog verder afbreuk te doen aan onze schijf van vijf: Sinds Argentinië kunnen we geen biefstukken meer eten, sinds Ecuador geen mango’s, sinds Panama geen ananassen, en nu kunnen we ook de zalm wel uit ons hoofd zetten, want hij wordt nooit meer zo smaakvol dat je wilt kauwen en huilen en zingen tegelijk.
We konden ons nauwelijks losrukken van de hordes aardige en gastvrije mensen, die stuk voor stuk geweldige koks waren, maar we hadden natuurlijk nog niet ‘het toetje’ gehad: het vuurwerk op de kade, om middernacht. De stemming zat er flink in daar, een groepje jongens bezong hun held Trump, en een jongen in beschonken toestand deed een act met een brandende bal aan een touw, waarbij hij zichzelf ook per ongeluk in de fik zette. Na het vuurwerk, dat heel indrukwekkend was, vonden we een kroeg met een punk band, met als lead singer een kale kerel in een strakke glitterjurk die continue het publiek beledigde - maar wel met hart en ziel. Zijn vriendin, stond als een dolle op een gitaar te rammen, met hoge zilveren laarzen en een superwoman pakje. Dit was Alaska’s wild side - en wij waren er bij.