Santa Marta en Minca: Caribische sferen, van historische waarde
- Arjan
- 21 mrt 2017
- 4 minuten om te lezen

Santa Marta
Je kent het vast wel: je komt van een vliegveld en loopt de buitenlucht in, waarna je wordt verwelkomt door een warme bries die door je haren waait. Je voelt een algehele relaxtheid in je opkomen en krijgt zin in tropische cocktails. Precies dat gevoel kregen we bij aankomst op Santa Marta op vliegveld Simon Bolivar op 5 maart even na middernacht. Je weet dat het dan voor dagen die volgen zowel overdag als ’s avonds de korte broek/jurk aan kan. De volgende ochtend werden we wakker in het eenvoudige Hostal El Españolete en namen onze plannen door met eigenaar Toni. Deze geweldige host wist ons verblijf enorm aangenaam te maken. Hij is geboren in Valencia in Spanje, maar al jaren runt hij El Españolete in Santa Marta met hart en ziel. De eerste activiteit die ochtend was een klein rondje door de stad maken en de was wegbrengen. We kwamen langs de imposante kathedraal en bekeken de koloniale architectuur in een brandende en uitputtende ochtendzon. Gelukkig stond er een stevige Caribische bries. Eenmaal aangekomen aan de kust liepen we eerst een rondje langs de verder niet bijzonder haven voor plezierboten en nadat we voldoende gezandstraald waren ploften we rond lunchtijd neer op een terras met uitzicht op zee en strand. Het waren voornamelijk locals die we op de terrasjes en op het strand aantroffen. Het water is er namelijk niet al te schoon en dat komt door het open riool en de belangrijke goederenhaven. We bestelden een Piña Colada en aansluitend ook maar de daghap, het zat er immers prima. Met het tweede drankje was er reeds een behoorlijk gat in de middag geslagen en we zetten onze stadstoer door richting goederenhaven. Toen besloten we einde middag ons hostel op te zoeken om af te koelen en Toni te polsen welk restaurant te bezoeken. Het werd Ouzo, een geweldige tip! Bovenop het dakterras bestelden we de Frans/Caribische tapas gerechten die allemaal vakkundig bereid waren en de smaken waren voortreffelijk. Ook de Franse witte wijn smaakte ons goed onder de Noord-Colombiaanse sterrenhemel. Het Parque de los Novios waar Ouzo aan ligt is het Gringo hart van de stad.
De volgende dag werd een stranddag en we namen 's ochtends de bus naar Gaira en vervolgens een boot naar Playa Blanca. Een prachtig strand, dus gewoon liggen op een strandstoel met chips en bier, af en toe een duik in de Caribische Zee en een goed boek. Een prima dagbesteding in de Cariben.
Wat is er verder zo bijzonder aan Santa Marta?
Welnu het is de oudste nog bestaande stad in Colombia en is in 1525 gesticht is door de Spaanse veroveraar Rodrigo de Bastidas. Hij koos voor de plek vanwege zijn natuurlijke schoonheid en een veilige haven. Santa Marta is tegenwoordig nog steeds een belangrijke havenstad, maar ook centrum van toerisme: er zijn vele trips te boeken. De Cuidad Perdida (4 daagse wandeltocht door jungle naar verloren stad), Minca (nevelwoud, vogels kijken, wandelingen, bergtoppen), Taganga (strand, duiken, hippies) en Parque Nacional Tayrona (strand en natuur o.a. apen, luiaards, vogels). De toeristische plekken zijn terug te voeren op de geografische ligging: Santa Marta ligt vlakbij het hoogste kustgebergte ter wereld: de Sierra Nevada de Santa Marta. De jungle ligt hier aan zee en gaat rap over in nevelwoud met daarna de bergtoppen met als hoogste punten de Pico Cristóbal Colón en de Pico Simón Bolívar. Zij liggen slechts 42 kilometer van de Caraïbische Zee, terwijl de pieken 5.775 meter hoog zijn. Verder is het aardig te weten dat de belangrijke vrijheidsstrijder Simón Bolívar gestorven is op 17 december 1830 op de hacienda (boerderij) Quinta de San Pedro Alejandrino aan de rand van Santa Marta.
Lees meer over Simón Bolívar hier.
Dan nog een weetje voor de voetballiefhebber: Carlos Valderrama (aka “de blonde Gullit” is geboren in Santa Marta en hij is nog steeds behoorlijk populair gezien de foto’s in vele cafés in de stad. Ook heeft hij een heus standbeeld bij het Eduardo Santos stadion in de stad.
Minca
Wij verlieten de stad op 8 maart om de trail naar Cuidad Perdida (aparte blog volgt) te lopen en keerden 4 dagen later terug om door te reizen naar Minca. Na de vrij uitputtende tocht naar Cuidad Perdida leek het ons een heel goed plan om bij te komen in het prachtig gelegen Minca. Het dorpje ligt in het nevelwoud zo’n 15 kilometer van Santa Marta. Wij boekten bij hostel Casas Viejas. Om hier te komen moesten we per motortaxi nog een kleine drie kwartier bergop. De berijders waren kundig en het was achterop een fijne rit omhoog. Het hostel bleek zoals de folder beloofde idyllisch gelegen met uitzicht op Santa Marta. Het hostel werd bestiert door drie Franse eigenaren en was 4 maanden eerder geopend. Het eten (bereid door twee Oostenrijkse broers) was bijzonder lekker en kwam deels uit eigen tuin. De sfeer was er goed en het aantal vogelsoorten in de tuin (je hoefde het terras niet te verlaten) was ongelofelijk groot. De tanagers, parkieten, troepialen, gorzen en spechten vlogen af en aan. Rondom het hostel was het niet ver lopen voordat je toekans, gaaien en oropendola's tegenkwam. Af en toe lastig te spotten want alles moest op zicht: het oorverdovende lawaai van en enorme hoeveelheid zangcicades deed alle vogelgeluiden verstommen. Zie de fauna pagina voor een volledig overzicht.

Wegens een kleine voetblessure van Andrea deden we noodgedwongen rustig aan en hebben twee dagen lezend, kletsend en vogel spottend doorgebracht. Na herstel van de voet bezochten we de op twee na oudste koffiefabriek van Colombia: La Victoria. Een kleine afdaling per voet. De machines van weleer waren nog uit de begintijd en werden aangedreven middels hydro-energie. De fabriek is gesticht door een Duitse familie en zo’n 80 Colombiaanse families wonen en werken op de plantages. Vele processen zijn nog manueel, zoals het wegen van de koffie en het dichten van de koffiezakken. De meeste van de geproduceerde koffie wordt geëxporteerd naar de USA en Europa, zoals met vrijwel alle Colombiaanse koffie van hoge kwaliteit.
We verlieten uitgerust het hostel met de motortaxi en eenmaal terug in Santa Marta namen we de bus naar Cartagena, onze laatste halte in Zuid-Amerika.